Westerheide, Aardjesberg en Lange Heul

bijgewerkt 26-03-2024
bron: © RAAP/Overland

Dankzij bewegingen in de ijskap in de voorlaatste ijstijd heeft de Aardjesberg een aantal bijzondere eigenschappen, die vooral op de prehistorische mens een grote aantrekkingskracht uitoefenden. Dat begon al met de Neanderthalers die hier tussen grofweg 60.000 en 30.000 jaar geleden vuursteen kwamen bewerken. Veel later konden de eerste prehistorische boeren op de Aardjesberg landbouw bedrijven. Pas sinds enkele eeuwen is het gebied verlaten. Het maakt nu deel uit van de onbewoonde Bussumerheide en Westerheide.

Waar ...
toegevoegd door Geopark

Vorming van de stuwwal
Het begon allemaal in de voorlaatste ijstijd, het Saalien. Vanuit Scandinavië had zich een ijskap gevormd die zich uitstrekte tot wat nu het Gooi is. Voor het front van de ijskap werd de onderliggende bodem opgeduwd, zodat de stuwwallen van het Gooi en de Utrechtse Heuvelrug ontstonden. Aan de bodemopbouw van de Aardjesberg is te zien dat dat ijsfront hier niet stil stond. Nadat de stuwwal was gevormd trok het ijs zich tijdelijk terug. Dit hing waarschijnlijk samen met een periode van enkele eeuwen met minder sneeuw of een hogere temperatuur. Vervolgens was er een fase waarin het landijs zich opnieuw uitbreidde, over de bestaande stuwwal heen.

Keileem op de stuwwal
Na de ijstijd had de stuwwal ter hoogte van de Aardjesberg de vorm van een vrij vlak gelegen plateau gekregen. Bijzonder is dat de bodem van dit plateau bestond uit zogenaamd keileem, dat was ontstaan onder de ijskap. De bestaande bodem was onder het ijs vermalen, samengeperst en vermengd met zand, leem en keien, die het ijs op de reis vanuit Scandinavië had meegebracht. Keileem komt veel voor in lagergelegen gebieden die overdekt zijn geweest door de ijskap, maar keileem op stuwwallen is zeldzaam in Nederland.

Vuursteen en Neanderthalers
Al in de prehistorie trok de Aardjesberg de aandacht van de mens door de grote hoeveelheid noordelijke (zwarte) vuursteen die hier te vinden was. Voor het maken van werktuigen, sieraden en wapens bestond er in de steentijd een grote voorkeur voor deze stenen. Bovendien was er op de Aardjesberg water te vinden. In de keileem zakte water niet weg zoals in de ‘gewone’ zandgronden van het Gooi wel vaak het geval was.
De eerste mensen die daar oog voor hadden, waren de Neanderthalers. Die moeten hier hebben rondgetrokken in warmere perioden van de laatste ijstijd, zo’n 60.000 tot 30.000 jaar geleden. Er is een fragment gevonden van bewerkte vuursteen, een zogenaamd bladspitsfragment, dat hierop wijst. De Aardjesberg is de enige plek in Nederland waar een dergelijke vondst is gedaan.

Leem en prehistorische boeren
Ook na de laatste ijstijd bleven mensen de Aardjesberg opzoeken, zo blijkt uit andere bewerkte vuurstenen die hier zijn gevonden. Toen vanaf ca. 2800 v. Christus de landbouw zijn intrede deed, bleken de lemige bodems van het keileemplateau ook nog eens aantrekkelijk voor de aanleg van akkers, weiden en voor bewoning. De keileem was geschikt als bouwmateriaal voor boerderijen. Vondsten van graven en potscherven wijzen op nederzettingen uit deze tijd.
Grafheuvels uit de omgeving zijn de nog zichtbare resten in het landschap uit deze periode. Uit de late bronstijd/vroege ijzertijd stamt een urnenveld, bestaande uit kleine grafheuveltjes met crematieresten, dat zich uitstrekt over de Aardjesberg en de aangrenzende Westerheide. Het behoort tot de grootste urnenvelden van Nederland.

Wonen aan de voet van een lengteduin
Er zijn dus veel aanwijzingen voor bewoning van het gebied rond de Aardjesberg, maar archeologen hebben er tot nu toe maar één hard bewijs voor vroegere bewoning aangetroffen: een huisplattegrond uit de twaalfde en dertiende eeuw. De boerderij stond aan de voet van de Lange Heul, een zogenaamd lengteduin op de noordelijke rand van het keileemplateau. Dit duin is ontstaan in de laatste ijstijd, het Weichselien. In de laatste fase van deze ijstijd was het zeer koud en droog. Het landschap had het aanzien van een koude poolwoestijn. Op grote schaal ontstonden zandverstuivingen en vrijwel heel Nederland werd bedekt met een laag van zogenaamd dekzand. De Aardjesberg werd door de hoge ligging niet door het stuifzand bereikt, maar op plekken waar de wind werd gekanaliseerd, konden kilometerslange linten van opgestoven zand ontstaan die al stuivend over de stuwwal heen kropen. Het zand van de Lange Heul was veel armer dan de keileem. Wanneer het eenmaal van bos was ontdaan en boeren er gingen plaggen of maaien, ging het snel opnieuw verstuiven. Bij zo’n verstuiving moeten de resten van de waarschijnlijk toen al verlaten boerderij zijn verdwenen onder het zand. Dat is wellicht de reden dat de resten tot nu toe bewaard zijn gebleven.

De bewoners van de boerderij aan de Lange Heul waren misschien wel de laatste bewoners van het gebied. De lage en nattere gebieden rond het Gooi werden aantrekkelijker voor bewoning. De Aardjesberg kreeg de aanblik van een heidegebied met af en toe enkele bosrestanten. Boeren kwamen hier om schapen te weiden, leem of grind te graven of om heideplaggen te steken.

In 1936 liet het Goois Natuurreservaat een schaapskooi met woonhuis op de Aardjesberg bouwen. Net zoals de vroegere bewoners al hadden ondervonden, bleek de bodem geschikt voor de aanleg van een akker, in dit geval met boekweit. De leemkuilen, die wellicht in eerste aanleg uit de prehistorie stammen, werden toen vergroot. In deze periode kwam ook het bos op de Aardjesberg tot stand. Het is deels aangeplant en deels ontstaan door natuurlijke opslag. In februari 1945 werden schaapskooi en woonhuis beschoten en verwoest. De gebouwen werden niet meer opgebouwd, maar de boekweitakker wordt nog elk jaar ingezaaid.

Opgesomd: wat herkennen we nog?

  • Een boekweitakker in een verder verlaten bos- en heidegebied: een teken dat de bodem hier vruchtbaarder is door de keileem.
  • Een groeve in de keileem. De groeve is omrasterd vanwege de bijzondere vegetatie op de lemige bodem.
  • Een grote zwerfsteen, door het ijs meegenomen uit Scandinavië, tevoorschijn gekomen uit de groeve.
  • Grafheuvels op de Westerheide, die mogelijk in relatie staan met vroegere bewoning op de Aardjesberg.
  • De lengteduinen van De Lange Heul.

Beheerder: Goois Natuurreservaat https://gnr.nl/de-natuur-in/gebieden/bussummerheide/

 

Wandel- en Fietstochten